Schrijfster Borsook over Silicon Valley
'Hightech is een cult, een religie'
Driekwart van de werknemers in Silicon Valley, het hart van de Amerikaanse
nieuwe economie, is de afgelopen jaren minder gaan verdienen. Een gesprek met
schrijfster Paulina Borsook over de schaduwkanten van de hightech.
Door onze correspondent LUCAS LIGTENBERG
PALO ALTO, 30 JUNI. Ze zal nooit iets via internet kopen als ze het kan
vermijden. Als ze zou worden uitgenodigd te komen werken bij een startend
internetbedrijfje zal ze waarschijnlijk weigeren. Toch staat de Amerikaanse
schijfster Paulina Borsook met beide benen midden in de wereld van hightech.
Onlangs kwam haar boek Cyberselfish. A Critical Romp through the terribly
Libertarian Culture of High Tech uit, waarin ze stelling neemt tegen de
libertijnse cultuur van de technologiewereld. Op het terras van het restaurant
Il Fornaio in Palo Alto in de staat Californië , waar je nog wel eens een big
shot tegen het lijf kan lopen, legt ze uit wat dat betekent. "Libertijns
moet je zien in zijn religieuze of culturele betekenis", zegt ze. "Het
is in dit verband geen politieke term."
Ze omschrijft het libertijnse gedachtengoed in de hightechwereld als zeer
individualistisch, voor een vrije markt en pertinent tegen elke
overheidsbemoeienis. De techno-libertijnen zijn vrije jongens van wie velen
geloven dat een maatschappij een organisch geheel is, een eco-systeem dat zijn
eigen evenwicht in stand houdt en verstoringen herstelt. Borsook zegt ergens in
haar boek dat ze bepaalde ideeën met de groep deelt, maar ze zegt ook: "Ik
geloof wel in een rol voor de overheid, een noodzaak van regulering. Een
volledig vrije markt lijkt mij niet de beste plaats om alles te laten uitmaken.
"
Daarmee raakt ze onmiddellijk aan de kernidee in haar boek. Ze vecht daarin
een Don Quichotte-achtige strijd tegen de libertijnen. Borsook werkt zelfs sinds
1981 in en rondom Silicon Valley, zij het met enkele onderbrekingen. Daarvoor
studeerde ze acht jaar dus ze woont als sinds 1973 in de Bay Area, de regio
rondom San Francisco. Ze was verbonden aan tijdschrift Wired "tijdens
de gloriedagen", zoals ze zelf zegt, ze schreef voor het linkse
opinieweekblad Mother Jones, ze schreef onder meer voor de webzines suck.com
en salon.com. Borsook is een insider maar levert kritiek op Silicon
Valley als een meedogenloze outsider.
"Silicon Valley is het epicentrum van de technologie", zegt ze.
"In andere technologieregio's zoals Route 128 in Boston of in Seattle zie
je toch niet dezelfde libertijnse cultuur. Het zijn ook andersoortige gebieden.
Microsoft is niet zozeer een technologiebedrijf, als wel een geweldig
marketingbedrijf. " Wonen in de buurt van Silicon Valley is voor Borsook
niet voortdurend ondergedompeld zijn in de technologie. Ze is gek op
Noord-Californië. Ze werd geboren in Pasadena, een buitenwijk van Los Angeles,
woonde in New York, Arizona, South Carolina en Wisconsin. "Ik kwam telkens
toch weer hier terug", legt ze uit. "Het politieke klimaat is links,
bohémien, de natuur is prachtig en die hele mix vind ik altijd aantrekkelijk.
Volmaakt is het niet, dat weet ik ook wel."
Borsook beargumenteert in haar boek dat de libertijnse weerstand tegen
overheidsbemoeienis voortkomt uit kortzichtigheid. Ze duikt in de recente
historie en wijst erop dat Silicon Valley zijn bestaan te danken heeft aan de
overheid. Het was de rijkelijk gesubsidieerde Amerikaanse defensie-industrie die
het gebied impulsen gaf voor onderzoek. In 1967 nam het Pentagon zeven van elke
tien geproduceerde chips af. De totstandkoming van Ascii, de bekende
standaardtaal voor netwerken, werd mede door de overheid gefinancierd. Het
Arpanet, de voorloper van internet, was een product van het departement van
defensie. Borsook citeert in haar boek een bron die zegt: "Het klinkt als
de hele geschiedenis van het westen. Laat de overheid electriciteit en water
aanleggen, scholing opzetten, wat orde aanbrengen - en dan moet de overheid
oprotten."
Borsook legt ook uitgebreid uit waarom die overheid kennelijk nodig is. Op de
vrije markt van de hightech in Silicon Valley is het uurloon van driekwart van
de mensen in loondienst tussen 1989 en 1996 gedaald. In 1999 was de snelst
groeiende sector van de banenmarkt die waar 10 dollar per uur wordt betaald. Om
een idee te geven: de huur van een driekamerappartement in de regio bedraagt
1.300 dollar (bijna 3.000 gulden) per maand. "Niet de bemoeienis van de
overheid is een probleem, maar het bedrijfsleven dat misbruik maakt van de
situatie", aldus Borsook. Ze geeft als voorbeeld daarvan het binnenhalen
van buitenlandse hooggeschoolde werknemers die bij een bedijf kunnen gaan werken
dat hen sponsort voor een verblijfsvergunning. Tijdens de aanvraagprocedure, die
jaren kan duren, mogen de 'technokoelies', zoals ze worden genoemd, niet van
baan veranderen. Ze signaleert ook dat de techno-libertijnen wel graag willen
dat de overheid in actie komt als het gaat om het opsporen van illegaal werkende
hackers of het tegengaan van piraterij. Tenslotte is er het vraagstuk van de
privacy. "Privacy? Wat is dat? Stel je niet aan. Er is geen privacy",
schrijft Borsook. Ze deed research over het onderwerp en ontdekte met afgrijzen
hoeveel persoonlijke informatie beschikbaar is en hoe gemakkelijk
internetgebruikers te volgen zijn. "Ik zal nooit iets online kopen als ik
het kan vermijden", zegt ze. "De informatiegaring via internet is op
het randje van illegaal. We kennen allemaal het voorbeeld van DoubleClick. Daar
gaan we heen." DoubleClick verzamelt 'cookies' via de talloze websites die
het beheert en kondigde aan die gegevens te koppelen aan een direct-marketingbestand
van Abacus, dat ze net hadden overgenomen. Een storm van kritiek en
waarschuwingen van politici deden het bedrijf terugdeinsen.
Borsook verafschuwt het dat internet inmiddels is doordrongen van het
bedrijfsleven. "Begrijp me goed, ik heb niets tegen bedrijven. Wat me
tegenstaat is dat als je hier bij een bedrijf werkt je al het andere daarvoor
moet opgeven. Dat is de mentaliteit en daar kan ik niet tegen. Het is een cult,
een religie en dat is ook de kant van de technolibertijnen die ik in mijn boek
aanval."
|